index:
index vervolg
vorige: Tante ziet

onzichtbare vrienden

de engel is Tante niet in haar kouwe kleren gaan zitten.
ze denkt dag en nacht aan hem.
ze beschouwt hem als een man. dat is veilig
en tevens spannend.
zijn engelen dan niet geslachtloos?
"natuurlijk wel, maar ze zijn ook heel,
heel sterk en teder tegelijk." zegt Tante.
ze loopt de hele dag met hem te praten,
-of misschien tegen hem-, en de "antwoorden" die ze krijgt,
die beschouwt ze als haar leidraad in het leven.
Tante is op deze manier de eenzaamheid ontsprongen.
"weet je," vertelt ze aan ieder die ze te pakken krijgt
om haar wonderbaarlijke verhaal aan te doen,
"ik was eenzaam zonder hem
maar eigenlijk was ik nooit zonder hem,
dus ik was nooit eenzaam, hij was er altijd al.
zo zie je maar weer dat het gevoel
dat je overal alleen voor staat, niets
maar dan ook niets te maken heeft met de werkelijkheid.
al die tijd al hielp hij me.
als ik nu terugkijk, realiseer ik me dat ook wel,
maar tot de visualisatie in de sauna,
de verschijning, de ontmoeting,
doolde ik altijd blind rond, altijd vol angst,
altijd berekend op dat ik overal op moest letten,
altijd alert en altijd sterk
zodat ik er doodop van werd."
laila van somberen aanhoort haar
en ze krijgt er steken van jaloezie door in haar borst.
ze denkt ohohoh, kon ik zo geloven, vertrouwen,
kon ik, het doet er niet toe op wie en wat,
ook maar eens leunen, nee altijd leunen,
maar ik ben te aards, ik geloof niets,
ik geloof niet dat ik onzichtbare vrienden heb
die me leiden en redden en adviseren.
wat een geluk voor Tante dat ze hem gevonden heeft,
haar engel...maar de leegte in mij, het gevoel,
het weten dat alles nergens goed voor is,
hoe red ik het daarmee?
zo loopt laila, ook door de confrontatie met Tante,
met haar ziel onder haar arm.
ze strijkt na een vermoeiende tocht, een pogen
de muizenissen binnen haar hoofd te bestrijden,
neer in Vita Nova, en belandt
"alsof het zo heeft moeten zijn"
in een diep gesprek over toeval en voorbestemming.
"jij komt hier niet voor niets binnenzetten
op dit moment. niets is voor niets. niets gaat verloren."
wordt ze verwelkomd door de
Poeet, die aan een kleine tafel
een enorme sorbet zit te genieten met
Helm de Zoeker
-de een banaan, de ander framboos-.
het lijkt inderdaad net alsof de gedachten
en tegenstrijdigheden in het hoofd van laila
hier naar buiten komen en gestalte krijgen.
ze haalt een kop chocola en neemt
drie speculaasjes uit de koektrommel.
dan kijkt ze de immer aandachtige Helm aan,
keert zich vervolgens tot de opgewonden ogende poeet
en zegt eenvoudigweg: "dat noem ik arrogantie."

volgende: captain cook