index
vorige: wiese walla verdwaalt

wiese walla en de moffen

wiese walla weet niet meer wat ze wil
maar heel goed wat ze niet wil.
wat ze niet wil is haar huis verlaten
en bij een stelletje ouwe gekken gaan wonen
en daar neerbuigend bejegend worden
alsof ze een dommig ondeugend kind is,
door schijntoegefelijke opvoeders,
die haar kleinkinderen zouden kunnen zijn
en die haar willen resocialiseren of zoiets
zodat ze zo weinig mogelijk last van haar hebben.
helaas denken de poeet en pekela daar anders over
en nu is het zover dat ze
allerlei lui op haar dak hebben gestuurd,die
gebruik makend van haar legendarische gastvrijheid,
een kijkje in haar huis komen nemen
en haar herinneringen aanhoren
en daarover verslag doen aan de familie, maar
vooral ook aan De Instanties.
die zeggen dat ze op een wachtlijst moet.
ze weet niet wat dat wil zeggen,
maar haar familie is er donders goed
van op de hoogte wat dat betekent,
en dit alles mondt erin uit
dat ze wordt opgesloten in de voorkamer
zonder eten en drinken en haar gegil
is hoorbaar over heel de jolkapelse sloot
en de mensen zeggen: "zie je wel,
die heeft haar tijd gehad. ze moet gauw
pillen krijgen en opgesloten worden."
daar weet ze niets van maar wel
is ze er absoluut zeker van
dat de moffen zijn teruggekomen
en die zijn het huis aan het leegroven.
ze probeert te bidden en zingen,
maar jezus redt haar niet
hij toont onverstoorbaar dat bloedende
rode en onaangedane hart van hem.
ze grijpt een stoel, sleept die naar de console,
reikt naar het beeld, valt van het meubel
op haar rechterarm, maar met de andere,
waarin het beeld, slaat ze
voor ze kreunend en tevreden neervalt,
in een uiting van vreselijke woede,
het raam kapot. en dan ligt ze
tussen de kop en de afgevallen arm
van jezus, met haar eigen arm gebroken
op de grond achter de ingeslagen ruit
en ze fluistert en lacht en roept "help!"
maar daar zijn de duitsers toch,
en ze leggen haar op een draagbaar
en ze wordt afgevoerd, roepend
"ik ben niet dood ik wil
ik wil niet aan het gas!"
de duitsers blijven beleefd,
binden haar vast en geven haar een injectie.
zo gaat dat: en zo komt wiese walla,
dorpsoudste, kronikeur,toegewijde tante,
wijze adviseuse, onvermoeibare archiviste,
takkenbossenbindster, geheugenkunstenares,
kenster van talloze wiegenliederen,
allesweetster, liefdevolle verzorgster
van zeer diverse soorten plastik bloemen,
de vertrouweling van het koninklijk huis,
dromenuitlegster, beroemdhedenspecialiste,
terecht tussen allerlei wezenloze
en vaak ook opstandige types,
die als in zichzelf gekeerde dieren rondhangen
in hun laatste kooien.

volgende: het voorgeborchte