index
vorige: wiese walla introductie
wiese walla verdwaalt
er gaan praatjes rond in
jolkapelle,
geruchten die worden tegengesproken
en weerkeren. er wordt gefluisterd
en ontkend, maar duidelijk is
dat wiese walla de laatste tijd
heel opmerkelijk gedrag vertoont,
en dat voornamelijk bij nacht en ontij.
ze klopt soms wel 5 maal aan
bij diverse omwonenden tussen 00.00 uur
en zonsopgang voor een potje zout,
een bosje zuring, een schietgebedje,
een sneetje roggebrood of ook wel
gewoon om een kopje thee te komen drinken.
soms heeft ze slechts een halsdoek om,
vaak ook vertoont ze zich zoals
onze lieve heer haar geschapen heeft.
als ze naar huis gebracht wordt,
onder protest, bibbert ze en klaagt
dat ze geen kleren heeft om aan te trekken.
en inderdaad: haar kasten zijn leeg
en stinken omdat er poep in ligt.
ze is op klaarlichte dag opgepakt
door een medelijdende diender die haar
midden op de openbare weg,
alleen in haar hemd, staande zag urineren.
op zijn vragen over of ze het niet
de 25 meter naar haar huis had kunnen ophouden,
antwoordt ze dat ze "wat stram ter been" is.
haar kleding is nog niet teruggevonden,
maar haar bestek dat naar haar zeggen
door de werkster was gestolen,
wordt onder haar matras aangetroffen.
ze blijkt ook briefjes van 500 euro
bij de bakker te brengen met het verzoek
die voor haar te verstoppen
omdat ze haar neef voor geen cent vertrouwt.
ze verzorgt haar eens zo prachtige haardos
in het geheel niet meer en stelt zich
vriendelijk en herhaaldelijk
aan pekela voor, zodra die komt
om poolshoogte te nemen.
ze zoekt voortdurend dingen in huis,
die ze niet kan vinden en smijt daarbij
laden en de inhoud daarvan
over de vloer, waarna ze er op haar gemak
bij gaat zitten om uit te zoeken
waar ze ook alweer naar aan het zoeken was.
daar wordt ze meestal weer van afgeleid
of ze vraagt zich af wat ze aan het doen is,
maar de dingen liggen dan zo door elkaar
dat ze de kluts kwijtraakt en dan zit ze
in haar stoel onder een heilig hartbeeld,
waar ze heel boos op is,
zachtjes te huilen en snikken
zodat het ook haarzelf door merg en been gaat.
als ze opstaat trapt ze op al waarmee
de vloeren bezaaid zijn en breekt dingen
die ze soms laat waar ze zijn,
soms medelijdend opraapt en streelt.
verder zit ze vaak uren roerloos
met een album op schoot voor het raam
en opent het niet en schrikt
van iedere voorbijganger en roept ernaar,
als die allang gepasseerd is.
op een dag realiseert een buurman zich
dat hij haar een paar dagen niet gezien heeft.
hij treedt haar woning binnen en treft haar
niet aan "ergens dood tussen al die troep van haar".
het hele dorp gaat op onderzoek uit en ze wordt
gevonden op 4 km van huis, verkleumd
aan haar armen hangend aan een soort balk
over het water van een sloot
die ze had willen oversteken.
ze is totaal verkrampt en onderkoeld
want haar onderlichaam hangt in het water
en ze kan zich niet bevrijden uit de modder
omdat haar voeten wegzakken één voor één
en haar armen niet meer zo sterk zijn als vroeger.
als haar redster haar vraagt
"hoe lang hang je hier zo?" lijkt ze
eerst niets te horen, en terwijl ze
naar huis wordt gebracht en warm gewreven wordt,
hoor je haar opeens mompelen:
"17 lange jaren, van voorspoed en venijn..."
nu is het toch echt tijd voor een ernstig gesprek,
vinden pekela en de poeet en ze
wandelen op een nevelige avond samen
naar haar toe
om als familie een beraad te houden.
maar ze staat met een stok bij de deur
als ze aankomen
en begint meteen naar pekela te meppen,
ze gilt om de buurman en roept
dat ze belaagd wordt door een griezelig echtpaar.
de poeet probeert haar nog eens alleen
te benaderen de dagen daarna
maar ze laat hem niet binnen en schreeuwt
dat ze niet "gediend" is van "vreemdelingen"
die het op haar "eer en zaligheid gemunt hebben".
ze schrijft een brief aan de koningin
en die resulteert in het langskomen
van een geriater die zich voordoet
als argeloze voorbijganger en dus
allerhartelijkst onthaald wordt
met beschimmelde bonbons
en aaitjes over zijn wang.
zodra hij na de rondleiding het onderwerp
"kunt u nog wel voor uzelf zorgen" aanroert,
vliegt hij onverwijld de deur uit.
er moet iets gebeuren,maar wat en hoe?