was papaloe bezig met het repareren
van allemaal dingen
die omavonnie kapot had gemaakt
en daarna fotografeerde hij mamad
en daar kwam wiekeloe gauw bij zitten
want er stond een klein haantje
op tafel en dat kon kraaien
als je eraan draaide.
nadat het haantje 233 maal gekukeld had
wou wiekeloe wel wat drinken
een een schone broek.
hij hield niet van handjes wassen maar
mamad maakte ze toch nat
en nu zocht hij een handdoek.
maar de handdoek van omavonnie was te hard
en aan keukenrollen wou
wiekeloe zijn handjes niet schoon maken
daarom liep hij resoluut naar de keuken,
keek omavonnie goed aan,
en smeerde zijn handjes droog aan de muur.
omavonnie zag niets.
toen inspecteerde wiekeloe het huis
om te zoeken of er nog kabouters waren,
en hij vond er eentje,
die heel oud was en ook
een beetje lachte om de stoute streken van wiekeloe
maar toch zei de kabouter heel zacht:
"als je nog eens op me trapt
dan bijt ik in je oor."
daar keek wiekeloe wel van op
en voor alle zekerheid
hield hij zijn handen toch een beetje voor zijn oortjes
.