index
index ivyrose
vorige: een ogenblik van bedachtzaamheid

"ik wil de kleine dingen noemen"

de kronikeur heeft de oude gedichten
van de poeet gevonden ergens achter de boekenkast
op zoek naar azijn en koelte.
hij heeft zelfs toestemming bemachtigd
-niemand kent hem hier immers-
om ze te lezen:
"ik wil de kleine dingen noemen"
dat is de eerste regel.
en de kronikeur kan niet verder
niet verder dan de eerste regel...
"het moet niet gekker worden" zucht hij
"kan ik nu al nergens meer tegen?"
maar niet verder komt hij en hij denkt:
" jaja, ja dáárom...alleen dáárom.
dit is het wat ik zocht, daarom liep ik vast,
daarom zit ik hier nu
hieraan moest ik herinnerd worden
daarom ja daarom hoef ik niet verder.
maar de lezer, ja de lezer misschien.
dan schrijft hij het gedicht over
in zijn zorgvuldige handschrift:

ik wil de kleine dingen noemen
die dit plein doen leven
en doden tegelijk
de stukjes glas en spiegel
de knopen en de lapjes stof
ik wil ze noemen
belicht door dag
bedekt door nacht
bestraald door zon
de sterren kaatsend
in een regendrup
ik wil de kleine vodden noemen
wezen noemen
wezenlijk noemen
de kleine dingen
van dit plein
ik noem ze
groetend

en de kronikeur is
na dagen te hebben gerust, geslapen,
alleen water te hebben gedronken
met wat krekkers, de kronikeur
is helemaal opgetogen
misschien wat licht in het hoofd
verlicht lucide
wie zal het zeggen?
hij ziet wat hem te doen staat.
de poeet heeft het verwoord.
zo eenvoudig zo gewoon is dit.
hier ziet hij zijn taak,
dit is wat hem altijd voor ogen heeft gestaan
dit is wat hij "eigenlijk"
denkt hij bij glimlachend
"altijd al gedaan" heeft,
want waar ging al die "woordenbrij" over?
over niets immers, over onzin.
maar wat is er anders dan onzin?
andere mensen helpen natuurlijk,
en dieren vooral ja,
jaja de hongerigen voeden
de zieken verzorgen de wereld verbeteren.
hij zegt: "dat kan ik niet".
je moet doen wat je kunt.
ik wil de kleine dingen noemen
het kleine, het bijna onzichtbare uitvergroten
de verhoudingen veranderen.
en ik zal gelezen worden...
door niemand ....
wie leest er nog?
ik zal gelezen worden
door niemand minder dan de aandachtigen
door niemand minder dan zij,
dan de aandachtigen
zal ik ritmisch gelezen worden
en schommelend zullen ze me lezen
ik zal gelezen worden door allen
die de kleine dingen kunnen vinden
de stukjes glas de druppels
de korrels het heelal.
daarvan zal ik getuigen.
ik zal ze noemen
de kleine gesprekken, het gehum,
het snateren van de eend
het gemauw van de poes,
het knagen van de houtworm
en zo hoort het voor mij
zo is het goed.
groetend zal ik rondgaan
groetend zal ik de kleine dingen noemen.
hij slentert naar de moestuin
waar hij de poeet, zijn inspirator, aantreft
om met hem te praten
over het woekeren van het zevenblad.

volgende: van oude mensen, de dingen die komen gaan