index ivyrose

vervolg index jolkapelle
vorige: spijtoptanten

het grote feest

op het feest voor slechthorenden, spraakschuwen en dodediereneters
was het goed toeven voor enkele bekende jolkapelse dorpsfiguren.
leden van zanggroep "de kraaiende kukels"
en hun dirigent juich zwier, organiseerden
het festijn, dat buiten de duidelijke doelgroep,
automatisch indringers en andere nieuwsgierigen
afschrikte met oorverdovende herrie,
rook en ook nog onvegetarische buffetten
waarvoor opvallend veel zeedieren
het leven was ontnomen.


omdat de meeste vrouwen boven de veertig
wegens overmatige intelligentie,
gepaard aan een volwassen figuur
en een doodgeknuffeld verzorgersinstinct,

zich niet meer aan een man wilden binden,
zag je opvallend veel dames-,
en noodgedwongen ook herenkoppels.
die presenteren zich gaarne bij iedere gelegenheid
waarop te dansen en springen, te glimmen
en te glitteren, te joelen en te jagen valt,

zonder dat daar woorden aan vuil
gemaakt hoeven te worden.
een naïef koorlid had voorgesteld
tussen de ballonnen en slingers

een bordje "spreken verboden" op te hangen,
maar dat initiatief werd in een handomdraai
van tafel geveegd, dit ook nog eens met
ternauwernood besmuikt hoongelach gepaard gaande.

de kukels kraaiden hun haven- en zeemansliederen
zo luidkeels dat zelfs mondaanoorgeschreeuw
geen enkele kans had, ook al zag je
de eigenaars van de oren nog zo heftig knikken.
niet schudden nee, echt knikken van jajajaja
je hebt altijd gelijk als je maar ophoudt
met blazen, kus me liever, kus me.

er werd vaker kortstondig geknuffeld
en gewenkt, geknipoogd, geheupwiegd en gelonkt
dan daadwerkelijk gekust.
de jolkapelse slechthorenden, spraakschuwen,
gewichtigen en dodediereneters
hebben oude tanden in de monden
en die bedekken ze met hun lippen
en die lippen, die zijn volgekalkt
met rode, roze, paarse of zelfs zwarte verf,
die niet kusbestendig genoeg is.

de kunstig geplamuurde gezichten
dulden ook slechts zeer oppervlakkige aanraking.
zelfs de hitte doet al menige
zorgvuldig aangebrachte gelaatstekening
uitlopen en wegzakken als een
te kort gedroogd olieverfschilderij van Dick Ket.
deze spanning tussen het verlangen om
gezien, bewonderd en aangehaald te worden
en de harde werkelijkheid van
de tijdelijkheid en kwetsbaarheid van al wat onecht is,

van vermomming en inpakkerij kortom,
gaf het feest een zinderende dimensie extra.
daarom was het ook verschrikkelijk en schaamteloos
dat de fotograaf, geheel ongenood, rondsloop,
door niemand tegengehouden
"als een gluurder, een detective,
een ambtenaar" werd later zuur gesmiespeld.
-maar zover is het nog niet: nu worden details,

blikken, paarvorming, oorfluisteringen, brutaliteiten,
wanen, trillingen en houdingen vereeuwigd
die beter met de mantel der....
ja wat eigenlijk...
discretie, ja zeker discretie...
bedekt hadden kunnen blijven.
dagenlang was de fotograaf geweldig in zijn element:

hij presteerde het om alles en iedereen
op een manier uit te vergroten, te isoleren,
te combineren, suggereren,
dat hoe langer je er naar kijkt
hoe sneller je eigen indrukken wegzakken
en worden vervangen door zijn visualisaties.
je geheugen blijft hangen ten slotte
aan de door hem gepresenteerde visie.

als dàt geen lelijke streek is!
zo lijkt het na bestudering van de foto's
dat het een feest was
van handen en ringen, van kapsels en kleren,
van doorlopen ogen en kettingen,

gelardeerd door brood en bier,
vertroebeld door rook en dode dieren,
want de allesoverheersende en -wegspoelende
liederen en meedeiners zijn nooit zo bestendig
als de stille afdruk,
"die alleen overtroffen kan worden
door het puntje van de gouden pen",

zo glimlacht de poeet zelfingenomen
als hij de foto's te zien krijgt.
en helaas voor de fotograaf:
zo is dat!

volgende: svea