index
fragmentenboek: de inleiding

vorige: fragdichten 1 tm 12

fragdichten 13 tm 24

13

de muren zullen openwaaien
als je me roepen wilt
en spattend zal er
stilte vallen overal

14

erger je niet
als ik het leed
dat ik mezelf
graag aandoen wil
zachtmoedig uitgiet
over je sluike haar
opdat ik strelend
het ontvangen kan

15

er is een dag
die als een diepe schoot
de droppels vangen zal
die alom vallen

er is een dag
die sussend broeden zal en verenigen
al wat in tweestrijd brak

er is een dag
die goed zal zijn

16

je bent niet groot
maar de kamer zal
gevuld zijn met je mond
je handen zullen
heel mijn wereld nemen
ik fluister dringend nu
je nieuwe naam

17

wij slopen stil
en ingetogen heen
herademend weer
voor een uur of wat
maar tegen etenstijd
begon het opnieuw

18

het was te koud
om helemaal vertrouwd
te raken met de stem
die je lichaam spreekt
toch kusten onze bevende handen
elkander in de duisternis
en voelden wij
elkander aan en aan

19

alvorens rond de aarde
heen te wielen
vraag je mij
je los te laten
bind me dan niet
in dit woordvrij gevecht

20

ontroerd herlazen wij
oude gedichten
onze gezichten ontplooid

we glimlachten vreemd
achteruit in de warmte
van vorig genezen
we kenden herkennend
de gloeiende roes
van die eendere vlam

en er was niemand
die de spiegel wendde
dan ons zingen

21

dan zie ik
hoe je soms
onechte tranen huilt
om de echte
te verduisteren

22

God blijf altijd
in mij geloven

23

de mis was uit
elkander haastig duwend
spoedt men zich
naar 't langgewenst ontbijt.
de plicht vervuld
en nu elkander informeren
over de nieuwe hoed
van die of die

24

laat ons hier dan
drie tenten bouwen:
de jouwe
een end verderop

volgende: fragdichten 25 tm 42