index
vorige: wiese walla in de polder

polderberichten 1 tm 10

1

ik zag dieren -jong nog-
hun welpen vergaren
en spatie na spatie
het pad beklimmen
naar ontoereikende diepten
hoe lang nog?

2

denken doe je met je neus
dat weet iedereen
en daarom is het verboden
want als je peutert
komt het eruit
en dat kan kwaad want
als je hersens koud worden
is het gedaan met de stank
optreden dus en fluks!

3

niet altijd geef ik ze namen
de kippen op het erf
soms moeten ze ook wel eens leren
hun snavels te houden en niet
steeds maar zo te kokkelen en kakelen

4

ze lopen voor je voeten
en leggen een ei
ergens in een bosje
maar ik weet het te vinden
en dan eet ik het op
wat zou dat?

5

er is een bruintje met geel
daar hebben ze de pik op
ze kennen geen genade
ik ook niet hoor
dat is aangeboren want
alleen de wind durft te waaien

6

natuurlijk zoemt het hier
dat komt van de vliegen
die zijn metaalblauw
net als ijsvogels
die kun je niet doodmeppen
die zijn te mooi

7

's nachts komt de fietser
met een grote koplamp
dat geeft helse herrie
het gekukel van de dageraad
schiet de hanen in de strot

8

melk eens een koe zegt de boer
maar nee dat vind ik oneerbaar
als ze iedereen gaan melken
die borsten heeft dan
kom ik ook nog aan de beurt
ik pas

9

ook geitenkaas maken ze
eerst wordt de melk zuur
en dan roeren en scheiden
en draaien en drukken
daar smullen ze van

10

jonge dieren daar
zeggen ze van wat schattig
ouwe dieren die slaan ze
met een stok de wagen in
op weg naar de vleeseters

volgende: polderberichten 11 tm 20