ze staat heel vroeg op en ziet
dat het helder weer is en bijna windstil.
als ze gegeten heeft en alles heeft ingepakt
ziet ze opeens ochtendmist over de velden.
om 7.45 uur slaat de voordeur achter haar dicht
en het stinkt vreselijk buiten.
dat betekent Zuidenwind, wind mee dus eigenlijk.
ze fietst heel hard haar stadje uit
fantaserend over net zo mooie huizen
net zo prachtige uitzichten
net zo anonieme buren
maar dan zonder stank
van de industrie aan de overkant
en misschien wat dichter bij wiekeloe.
ze rijdt langs knetterende hoogspanningskabels
en weldra is ze aan de rand van een park
waar ze twee ponyschimmels ziet staan grazen
dan rijdt ze langs bos en water en
ze ontmoet een reiger op een schoorsteen
die ook op de foto mag.
ze fietst heerlijk door en zingt
heel luid in zichzelf:
"de fiets van piet van pa
is zojuist gepasseerd
ja de fiets van piet van pa
is zojuist gepasseerd
want de fiets van piet van pa
is zojuist gepasseerd".
af en toe stapt ze af
om de tijd te noteren.
een boze man in zijn invalidenauto
snauwt haar af en ze denkt
"ik zou ook snauwen als ik jou was."
glimlachend rijdt ze verder en verdwaalt.
ze vraagt een opa met kleinkind achterop
de route. de opa is heel aardig
en wijst haar een enorme omweg.
bij het stoplicht ontmoet ze hem nog eens.
het kleinkind zit nog even stil achterop.
opa praat niet met hem
en hij praat niet met opa.
ze zien er allebei een beetje alleen uit.
heerlijk bezweet komt ze aan
om klokslag 10 uur
bij wiekeloe, madieleid en padieloe.
de deur gaat direct open
en daar staat een feestelijk gedekte tafel
met stoelen eromheen en wiekeloe zegt
"kom yvon, kom eten.""
en "ga hier zitten" en
"hier heb je een broodje"
terwijl hij een vers bolletje
op haar bord legt.
het ruikt erg lekker en ze krijgt
ook nog vers sinasappelsap en koffie
en dan praten ze over hoe
iedereen eruit ziet en hoe het gaat.
"jij hebt geen muggenbeten meer, hè wiekeloe?"
wiekeloe wijst naar buiten en antwoordt:
"muggendoders!"
wanny ziet even niets, tot padieloe
toelicht: "spinnen"
en daar ziet ze de webben zitten
net als bij haar thuis, bij kaatje kiek en hudelu.
"kijk de poes" hoort ze wiekeloe zeggen, en
"kom" zodat ze gaat kijken naar de poes
en hem ziet eten, de mooie rode poes.
dan beginnen ze te praten over de gym.
wiekeloe heeft gebald.
"met andere kinderen?" vraagt wanny.
"met mamma!" lacht wiekeloe verheerlijkt.
hij heeft ook geklommen in een klimrek:
"goed vasthouden!" zegt ie.
maar "de warming up vindt ie nix", en
de volgende keer komt jochem ook op gym.
daar heeft hij een tekening gemaakt,
de eerste tekening die wanny van hem ziet,
want hij zegt "kom kijken!"
en ze gaan naar de koelkast
en "zitten" zegt ie en als wanny hurkt:
"op je billen!"
en dan zitten ze samen
midden tijdens het feestelijke ontbijt
voor de koelkast op hun billen.
wanny vraagt nadere uitleg
van de tekening, maar eerst
krijgt ze de magneten gedemonstreerd.
één voor één.
daarna vraagt ze of er misschien
spinnen op de tekening staan.
"nee" zegt wiekeloe.
"en dat dan, is dat een zon?"
"ja een zon en daar en daar
dat zijn mi-ni-zon-nen."
wiekeloe spreekt heel duidelijk
met nadruk op iedere lettergreep
net als padieloe
wanneer die iets uitlegt.