in het zwembad, komt padieloe met cyclaam
even op de bank zitten, en zie:
wiekeloe schuift onmiddellijk aan
en zegt: "ik ben een hek" en gaat
zo liggen dat cyclaam niet kan vallen.
ze kijkt hem belangstellend,
je zou zeggen "vol verwachting" aan
en dan begint wiekeloe haar te kietelen,
nogal hardhandig en in haar buik,
maar cyclaam dat is een stoere:
ze kijkt helemaal niet angstig
maar lacht heel luid kraaiend
alle zes haar tandjes van harte bloot.
daar begint wiekeloe van te stralen
en weer kietelt hij haar
en ze schatert het uit. dat gaat even door
tot padieloe ziet dat het katjesspel
kan gaan worden en cyclaam overeind zet.
wiekeloe neemt zijn duim
en de hond die geen fiffi heet
en komt dicht tegen hen aanzitten,
hetgeen cyclaam de gelegenheid geeft
hem stevig op zijn kop te slaan
en met haar altijd grijpende handjes
een flinke pluk haar uit hem te trekken,
waarop wiekeloe wel niet meteen
zijn veelmeertandjes blootlacht
maar hij verblikt of verbloost evenmin.
wel laat hij zich met welgevallen
beschermen door zijn vader, en zachtjes
over zijn hoofd aaien door wanny.
er wordt even besproken hoe prettig het zou zijn
als wiekeloe het aan zou durven
in het zwembad zijn hoofd onder water te houden
zodat hij zou kunnen springen:
"dat zou je leuk vinden, wiekeloe!"
peinst padieloe maar wiekeloe,
die schudt met zijn hoofd
en wanny denkt hem te horen zeggen
"dat mag ik niet!"
hij gaat gauw iets tekenen
op het schoolbord "nee dat is
geen schoolbord, dat is een krijtbord!"
hij tekent padieloe en madieleid en oma appel
en ook wiekeloe en cyclaam,
maar het gaat om de veger.
wanny tekent een poppetje
genaamd wiekeloe maar hij roept
"nee dat mag niet" en hij wist het
als de bliksem, ook de oortjes.
hij vertelt nog even van de kikker
die poezewoes gevangen heeft
en die door opaloe is gered
en dan gaan ze naar warmond
want daar is een oud bos
waar ze paddenstoelen gaan zoeken.