index:
index vervolg
vorige: overloper
of bruggenbouwer
portret jolkapelse poeet
aantekeningen van Hella de Schone
op grond waarvan ze gaat bekijken
of iets als verdenking van
enigerlei pseudonimerij, incognito, nieuwe identiteit,
zich onttrekken aan verplichtingen
of zelfs misleiding gerechtvaardigd is.
de poeet heeft zich,
vlak voor de eerste geschiedschrijving dateert,
reeds in jolkapelle gevestigd.
evenals nu zijn nicht pekela is hij gekomen
omdat hij nergens elders terecht kon
en wist dat zijn tante hem gastvrij zou ontvangen.
zijn ouders hebben hem verstoten
("koekoeksjong!) omdat hij een meisje had moeten zijn
en dat maar steeds niet wilde worden.
dat hij geen machostudie of beroep koos
verzachtte ze ook al niet.
tante Wiese heeft hem al van jongs af aan
op het bloedende hart gedrukt dat ze hem graag
in huis zou nemen, liefdevol onderdak zou bieden,
maar hij probeerde tot op gevorderde leeftijd
zijn ouders voor zich te winnen.
toen zijn vader door de bliksem was getroffen
en niemand zijn moeder meer in bedwang kon houden,
ging hij op wiese haar aanbieding in,
met dien verstande dat hij bij haar
op het dorp wilde komen wonen, maar niet in huis.
"we zijn allebei eigenheimers, tante wiese,
die het best onder de grond gedijen!"
van het erfdeel van zijn vader kocht hij
een groot stuk grond en daar leefde hij op
in een woonwagen totdat hij
zijn huis gebouwd had.
zijn katten en kippen richtten een ravage aan
in de flora en fauna rondom,
en dat bracht hem ertoe al wat groeit
en bloeit met rust te laten, zodat hij weldra
omringd werd door een wildernis,
waarvan menig jolkapeller,
inclusief zijn eigen tante, kwaad sprak.
hij begon derhalve te werken
aan een omheining, en sinds die tijd
heeft niemand meer wat op hem aan te merken.
nu begon hij zich thuis te voelen
en langzaamaan zich te bemoeien
met jolkapelse zaken, zoals daar zijn:
de oranjevereniging, de fotografeerclub,
de kraaiende kukels, tentoonstellingen,
het uitzetten van nachtelijke natuurtochten,
het tolmalfabet, poëzieavonden, themabijeenkomsten,
bridgen, sporten, schaken en vooral ook
de cluster van verenigingen
voor ouders en kinderen.
zijn inbreng werd immer hogelijk gewaardeerd
op alle gebied behalve...als hij iets schreef.
zijn poëzie werd gelezen noch voorgedragen,
de verhalen over eenzaamheid en ouderdom,
euthanasie en de afwezigheid van leven na de dood
werden verketterd, en alles
waar hij meende verstand van te hebben,
en wat hij als zijn talent en roeping beschouwde,
viel op rotsige bodem of in onvruchtbare aarde.
het verdriet hierover torst hij
al jarenlang met zich en het zou
helemaal niet verwonderlijk zijn
dat hij er zo toe gekomen is
zijn geluk te beproeven in de kraal.