index:
index vervolg
vorige: de draaiende molen

gehaspel

norrie maler leeft stil met het kattenduo
en ze beschikt over zo een rijk
gedachte- en voorstellingsleven
dat ze eigenlijk niet de minste behoefte gevoelt
om achter de geraniums vandaan te komen
om zo nodig met andere mensen op te trekken,
samen te leven of verkeren.
ze heeft enkele vertrouwden, heel weinige,
en haar belangstelling voor onverwante geesten
is vrijwel nihil.
vanwege dat een mens moet wonen
en ze zich geen hutje op de hei kan permitteren
-afgezien van dat ze daar bang zou zijn
voor onverwachte bezoekers-
zit ze tussen buren.
buren zijn mensen die vinden
dat ze thuis zichzelf moeten kunnen zijn.
dat gaat nogal eens met lawaai gepaard
en als HSP (hasp) heeft norrie daar veel hinder van.
ze is dan ook een behoorlijk deel
van haar creativiteit kwijt
aan het proberen zich af te sluiten van,
dan wel zich anders op te stellen tegenover
niet te vermijden overlast.
dat ze zich niet zo kan concentreren op het één,
dat ze het ander niet merkt,
is haar een voortdurende uitdaging.
vooral geluid kan haar geheel vervullen
van gruwel en wanhoop.
de meeste geluiden zijn niet om aan te horen
en norrie heeft gemerkt dat vrijwel niemand
hoort wat er allemaal te horen valt,
dat bijna iedereen goddank beschikt
over een selectief gehoor en ook nog vaak
het vermogen zich Oost Indisch doof te houden.
norrie heeft daar helaas zelf geen oren naar:
alles wat zich voordoet piept er maar in
alsof het niets is.
ze oefent zich iedere nacht
in het niethoren van de airconditioning
-die niet uit te zetten is-
de koelkast, de weecee, vliegverkeer en de vriezer.
en 's zomers komen daar de muggen bij,
waar helemaal niet aan te wennen is en waarbij
meer zintuigen in actie komen.
overdag zijn er muziekgeluiden van de buren,
speciaal tijdens haar middagdutje
haar belangrijkste bron van ergernis.
op straat richt ze zich op kijken.
op de sportschool probeert ze de maat
van haar oefeningen aan te passen
aan de schier ondragelijke bonkmuziek daar,
en elders is er genoeg om haar af te leiden
vanwege een onoverzienbare toevloed aan
ergerniswekkende prikkels als brommers,
landbouwvoertuigen, gillende kinderen
en onderhoudsmachines.
je zou zeggen die norrie
die kan dus nergens tegen en
wat een gruwelijk leven bezorgt die zichzelf.
maar norrie heeft ook haar troost,
ze kan zich ontspannen met haar beide katers,
die dagelijks aller-heerlijkst snorrend
om haar heen komen liggen en verder
hoort ze vanuit haar huis
altijd geluiden van dieren en het weer.
niemand zou in haar geval
ook maar het geringste klachtje uiten.
en norrie realiseert zich ook wel eens
dat ze zo gezegend is
als een haspel maar kan zijn.
haar andere zintuigen kan ze beter reguleren:
je ogen kun je sluiten, je hoeft als volwassene
nooit iets te eten dat je vies vindt smaken,
geuren laten zich overheersen, maar je oren...
oh die oren...
ze bedenkt de ene oplossing na de andere.
momenteel draait ze heel stille muziek
tijdens de dutjes en zo krijgt ze het gevoel
dat ze Overal tegen Opgewassen is en nooit
voor één gat te vangen.,,,maar dan leest ze
over dat ouderen de deur uit moeten,
hun hersenen elders moeten oefenen en
dat thuisblijven sociaal isolement heet.
zou zij daaronder vallen?
moet ze de boer op, een cruise maken,
een weekeindje naar Parijs of een huisje huren?
ze huivert bij het idee.
"een mens hoort bij zichzelf te blijven
en niet verder te komen dan
tot waar zijn voeten hem kunnen dragen.
al dat gereis en getrek,
daar komt allemaal ellende van."
zegt ze tegen haar poezen
die elkaar juist aan het bestrijden slaan.
en sociaal zijn?
katten zijn een vangnet voor
onbeantwoorde, nergens welkome liefde.
misschien zijn naast dieren
gehandicapten en zieken dat ook wel,
of onbekende kinderen en volkeren.
postzegels en verzamelingen.
ach....

volgende: waar gaat dit allemaal over