index
vervolg index
vorige: pekela gaat aan de slag
as keet zoekt beul
pekela houdt veel van de
grove
en genadeloze executie van huichelaars
maar ze heeft zich onderweg voorgenomen
haar slachtoffers in de gelegenheid te stellen
zichzelf te ontmaskeren, bloot
te geven, te verraden kortom.
ze glimlacht dus knikkend en vertelt
dat hem als eerste de eer te beurt valt
te worden geportretteerd.
hij aarzelt even alsof hem iets
te binnen valt dat hij voor zich houdt.
daarna fluistert hij dat hij
niet de moeite waard, niets belangrijks
te vertellen heeft over zichzelf en
daarbij: waarom moet zijn levensfilosofie
anderen ter ore komen anders dan
via zijn excursies?
hij spreekt liever voor zichzelf.
hij wenst zijn handen te wassen
in onschuld ook al kan niemand
de bloedvlekken uitwissen die elk
menselijk wezen van zekere leeftijd aankleven.
en eigenlijk niet alleen elk menselijk wezen...
wie kan nog bogen op schone oren?
zo is het gekomen dat hij zich heeft verdiept
in het beroemde vraagstuk van schuld en onschuld,
niet van de mens -"dat weten we wel"-,
maar van bomen, met name eiken.
sinds hij kennis heeft genomen
van de ideeën van de filosoof Marodan,
die beweert dat al wie aanwezig was
bij slechte en hemeltergende gebeurtenissen
en situaties schuldig is,
-ook dieren en planten vallen hieronder-
denkt hij hierop voort.
en voortdenkend kan hij niet anders
dan tot de conclusie komen dat
de subtiele maar onontkoombare consequentie is
dat iedere boom ter wereld
die ooit in de nabijheid van een mens
of dier, de wind of wolkenvelden heeft vertoefd,
gestraft moet worden.
so far so good, maar wat dan?
de moeilijkheid is dat tot nu toe
nergens een beul is aangetroffen
met onbesmet blazoen. en uiteraard
mag de eerste steen alleen maar
geworpen worden door wie zonder zonde is.
dit verklaart waarom er volop
eiken groeien en bloeien en zich
ook nog eens razendsnel vermenigvuldigen
in streken waar men beter
zou dienen te weten en handelen.
omdat bomen goed zijn voor
van alles en nog wat,
ouder zijn dan mensen, varkens
van eikels houden, alsmede eksters,
kraaien, hamsters en eekhoorns,
verheugt as keet zich onbeschaamd en
mag hij graag vertoeven in de schaduw
van deze wel degelijk zeer schuldige bomen.
het leven is een last.
niet alleen voor elk individu maar ook
voor zijn hele omgeving en dat is
zo vreselijk dat as keet zich een scala
aan verontschuldigingen heeft aangemeten
om het kwaad dat zijn aanwezigheid
de wereld berokkent te verzachten.
hij begrijpt dat hij op deze manier
ook anderen op hun schuld wijst en
omdat hij zijn profeet- en geroepene zijn
voorlopig graag onder de korenmaat houdt
tot hij zijn tijd waarlijk gekomen acht,
beperkt hij zich tot het natuurvriendelijk
maken van jonge mensen, die daar
nog vatbaar voor zijn.
het duizelt pekela een beetje
van dat wereldje waarin as keet
zich vanbinnen beweegt.
ze kijkt hem nog eens aan,
mompelt iets van "je kijkt ze wel vóór de kop..."
en vraagt dan eenvoudig:
"ben je op zoek naar harmonie?"