index
index ivyrose
vorige: tekeningen wanny


het berenklauwenbos
(vervolg op zoek naar de blauwborst)

Bewolkte lucht en wanny is op zoek naar de blauwborst.
dat is een kleine vogel en als je die observeert zit het licht altijd tegen.
ze tuurt en tuurt door de kijker tussen de takken en ziet hem opeens...
de zanger met de roze borst....
vogels met een roze borst... eens even kijken: de boomklever?
nee te groot; een paapje, nee daar is het het gebied niet voor,
hoewel hij volgens de boeken een scherp tiktik laat horen
en wanny schrikt juist iedere keer op van een kt-kt-geluid,
dus dat is bijna goed.
de roodborsttapuit plaats je toch meer in de duinen
ook al zegt ie "klikkend tiktik".
de vogel is ook wat groter, hoewel een kijker zeer misvormend kan werken.
de kneu is ook al kleiner en heeft een rood voorhoofd.
de zang is niet mooi maar wordt allengs beter.
wanny houdt het op een vink.
maar wie zegt er dan steeds zo hinderlijk kt-kt,


dat wanny erg aan "kst, kst!!!" doet denken.
tenslotte vliegt hij weg, tezamen met een vogel uit een naburige boom.
rechts staat het dode bomenbos,
links is de snelweg overheersend aanwezig terwijl er een flinke polder tussenligt.
een man op een schimmel passeert intiem fluisterend in een telefoon,
en dan staat wanny abrupt stil want daar is hij weer,
de langverwachte:
hij meldt zich met zijn regenbrengende roep "koekkoekkoekkoek".
wat voor de een een welkome gast is die met ontroering wordt begroet
is voor de ander een eierdropper,
een te vondelinglegger, een wanouder.
zo is het ook met de dode bomen.
er zitten een paar jochies in het kreupelhout zachtjes
en gehurkt om niet gezien te worden te giechelen.
ze hebben een nest samen.
voor Wiese Walla is het dode bomenbos brandhout,
voor de winterkoning een veilige haven.
een middelbare man en vrouw komen langsfietsen in lichte sweaters,
achter elkaar rijdend en genietend de geuren en geluiden insnuivend.
Naast ze kwispelen twee honden.
Achter beider fietsen zijn identieke gele overhuifde karretjes gebonden
met een opening erin
waardoor de honden erin en -uit kunnen springen en -kijken,
een gezellig gezinsuitstapje.
op een bankje zit wanny een hardrose sjaal te haken
terwijl al haar zintuigen openstaan,
ook al komen er boze fazanten, jagende meerkoeten, biddende valken,
vechtende ganzen en luidruchtige kuifeenden doorheen.
ze zorgt dat ze zich niet opwindt over de snelweg.
ze is goed in selectief luisteren.
de fazanten zijn blijkbaar geen paasmaal geweest dit jaar.
na een poosje gaat ze verder met de fiets aan de hand.

de berenklauwen verheffen zich al tot kniehoogte
en opeens ziet ze twee vrouwen uit het kreupelhout te voorschijn treden
met stevige pas en in iedere hand een metalen stok
om zich mee af te zetten. ze hoort: "ja zij sprokkelt hier ook zelf
want ze heeft veel hout nodig voor haar kachel.
dat lag te drogen op haar binnenplaats.
en binnen had ze een heleboel albums
over Jolkapelle aan de Sloot. een pittig vrouwtje
en nog zo bijdehant op haar zesentachtigste."
De vrouwen trekken verder en Wanny voelt opeens Wiese Walla vlak bij zich.
Ze kijkt naar haar uit. Ieder moment kan ze te voorschijn komen
met een takkenbos op haar schouders.
in de verte klinkt hoorngeschal.
dat bestaat niet, denkt wanny maar het bestaat.
het klinkt niet als een oproep tot jacht,
eerder als een "kom naar huis!"
een roodborst zingt boven haar
als ze de stengels van een net uit de grond geschoten berenklauw
naast even hoge lookzonderlook fotografeert,
en later haar fiets tussen een berenklauwenbosje zet
voor de verhoudingen. Nu torent die er boven uit,
over een paar weken kan hij zich eronder verschuilen.

wanny zucht diep van geluk terwijl ze in de regen naar huis fietst.
onderweg wordt ze aangesproken
door een vrouw die ook een tocht heeft gemaakt en die vlak bij haar woont.
ze praten heel enthousiast over wat ze gezien hebben
en wisselen adressen uit op natte papiertjes.

volgende: Tolma 2