index
index
ivyrose
vorige:
meer beschouwingen over werken
de dame in de bongerd
in een huisje
ergens achter op het terrein van de poeet
is iemand komen wonen.
de poeet weet meestal heel goed
aan wie hij zijn onderkomens te leen geeft
maar hier is wellicht iets misgegaan,
of heeft hij zich laten overhalen
zonder dat hij weet
hoe dat nou toch mogelijk was...
hij meende een natuurfilosofe
gehuisvest te hebben maar
weldra besefte hij dat ze meer
een fanate dan liefhebster
genoemd moet worden.
ze draagt veganistische wandelschoenen,
ook al kan niemand zien
dat er koe noch krokodil aan te pas kwam.
eigenlijk weet ze zelf ook niet
uit welk materiaal ze vervaardigd zijn.
dat klinkt uit haar mond zeer uitzonderlijk
want ze is buitengewoon goed op de hoogte
van al wat er omgaat in De Boze Buitenwereld.
toch neigt ze er sterk naar
alles en iedereen te geloven.
des te moeilijker is het voor haar
zich door boze bedoelingen omringd te zien.
haar geloof in de goedheid van de mens
wordt dag in dag uit
op de proef gesteld
soms noemt ze zich milieu-activiste.
ze houdt zich bezig
met het redden van de mensheid
-van de hele aarde zelfs-
en dat is een hele klus.
vanaf haar staplaats in de appelbongerd
schrijft ze brief na brief
aan verenigingen en instanties,
bedrijven en overheden
die de wereld vervuilen,
verpesten, kapotmaken,
die dieren misbruiken, martelen, vermoorden
of daar geen halt aan toeroepen.
ze probeert gevangenen bevrijd
te krijgen en armen rijk te maken,
daklozen te herbergen en hongerigen
gevoed te krijgen.
ze organiseert protestacties,
steunt goedwillenden, opent
de ogen van blinden en
geeft lammen krukken,
steunzolen of rollators.
ze gaat tekeer tegen verantwoordelijken,
en ze wil de bedroefden troosten,
jagers vermoorden, slagers slachten,
houthakkers kandelaberen, kippen
bevrijden en vossen vrij spel geven,
wildviaducten maken en snelwegen opheffen,
huizen isoleren en circussen verbieden.
ze schrijft niet alleen: ze loopt mee
in demonstraties, bindt zich vast aan hekken
van kerncentrales of gifschepen.
ze vecht, fulmineert, ze steunt,
strijdt, propageert. en zelf
ziet ze af en bezuinigt.
en dat al meer dan 25 jaren
die hun sporen in haar gelaat
en in haar hart gedrukt hebben.
daarom zit ze sinds korte tijd
tussen de appelbloesems
in een dorp waar niemand haar kent.
en ze denkt en denkt: "waartoe, waarom?
ik zou zo wel voor een trein
willen springen maar dat kan niet...
die arme machinist...niet doen,
die wordt toch al zwaar onderbetaald.."
oh wat is ze moe...zo moe.
de poeet voelt iets aan.
ze is door en door goed maar
ze weet eenvoudig niet
wat ze aanmoet het het leven, haar leven,
deze wereld, deze eenzaamheid.
hij ziet haar rondzwerven
rond zonsondergang met lange schaduw,
dan loopt ze wel eens
in een allesverhullende poncho
-uit solidariteit met de mexicaanse boeren
en de onderdrukte islamvrouwen-
naar het kralenwinkeltje.
daar drukt ze haar neus plat
tegen het etalageraam
om de oorbellen te bekijken.
haar huisje is kaal
en ligt vol papieren en propagandamateriaal,
geen meubelen dan een bed
en de stoel aan de tafel
van waaruit ze haar geschriften componeert.
ze kamt haar lange haren
in een grijze paardenstaart
en dan haakt ze haar oorbellen in
enkele malen per dag
-ze heeft er wel 200-.
ze houdt van oorbellen
en van mensen
die van oorbellen houden.
zou de poeet pogingen gaan doen
om haar wat vreugde te brengen,
haar af te leiden
van haar vergeefse acties,
eens proberen een glimlach te toveren
rond de smalle, altijd gespannen lippen,
de droeve rimpel tussen haar ogen
zoeken te verzachten,
haar eens aan te raken
met handen vol tederheid?