index ivyrose

vervolg index jolkapelle
vorige: huisbezoek

boeda en olifant

van alles spookt door haar hoofd en dan:
de moeder van boeda, maya,
werd door een olifant in haar zij gestoken
terwijl zij tijdens haar huwelijk
de maagdelijke staat bewaarde.
tien maanden later
kwam haar zoon ter wereld, ook uit haar zij.
ze noemde hem siddharta en stierf een week later.
het kind groeide op zonder moederliefde.
het werd niet in hartstocht en liefde verwekt.
hij leerde niet wat liefde is en trouw.
zijn onvermogen om lief te hebben
en zich te binden wist hij om te zetten in kracht.
wie niet liefheeft, hoeft niet te verlangen,
blijft vrij van hartstocht en afwijzing.
de symbolen en overeenkomsten
vlogen haar om de oren,
grepen haar bij de keel. ze keek,
ze nam op, ze combineerde en verbond.
zo was het dus: dat een olifant de vader was
van siddharta, die boeda werd.
zijn moeder was maagd.
hij kende geen liefde, geen verlangen.
hij nam een vrouw, minnaressen, een zoon
maar het deed hem niets, hij was rusteloos,
hij dacht dat het geluk, de waarheid, de volmaaktheid
zich elders bevonden en ging er midden in de nacht vandoor.
hij begaf zich tussen de zwervers en asceten,
zelfkastijders en mediterenden, hij rekende af met mara,
de sterfelijke god van het materiële.
hij wilde de dood overwinnen, de onsterfelijkheid
zou hem boven de goden plaatsen.
mara verplaatste zich nota bene op een olifant
en de dochters van mara daagden hem uit,
maar hij voelde dat hij alleen rust zou vinden
als hij alle begeerte, bezit en verlangen afzwoer,
als hij alle begeerte klein had gekregen
door ondervoeding en gebrek aan beweging,
als hij zijn dierlijke vitaliteit gebroken had.
alleen door je verlangen af te werpen, de ketting
van je gedachten te verbreken, word je verlost
uit het eeuwige lijden. niet in dit leven, maar
je kunt ervoor zorgen dat je niet meer reïncarneert,
niet meer terugkeert als sterfelijk wezen.
ze keek haar lief aan, ivyrose,
en hij leidde haar naar een bank,
waar hij naast haar kwam zitten.
hij bood haar bonbons aan.
toen hij zich naar haar toewendde
zag ze een pukkel op zijn voorhoofd.
ze aarzelde geen moment en beet die eraf.
ze likte hem tot hij niet meer bloedde
en hij likte haar en er kwam licht in zijn ogen
en het doofde weer.
en hij kuste haar en trok zich terug.
hij omhelsde haar en verzette zich tegelijk.
hij nam haar mee.
toen ze opstonden maakte hij onmiddellijk
het bed op en zo leek het
toen ze vertrok, alsof ze er nooit geweest was.
door haar tranen heen
zag ze hem opgelucht zwaaien, dacht ze...