index
vorige:
voorwoord bij boek 3
aanwijzingen 1 tm 5
aanwijzing 1
dan komen de ganzen
in grote V-vormen komen ze aanvliegen
ze strijken elegant neer en besmeuren
en eten en besmeuren en gakken en
besmeuren het gras dat van iedereen is
maar de boer zegt neenee dat is van mij
het gras dat hier groeit is mijn gras
en niet van die rotganzen en wel
van mij en mijn koeien,
want de boer voelt zich ook al
eigenaar van koeien en andere dieren
en hij roept: dus oprotten met die vleugels
en dat eindeloze gegak en gekak
ik ga de koeien uitrusten
met schietgeweren dat zal ze leren.
maar daar komt nix van terecht want
koeien snappen ganzen heel best
-dieren onder mekaar, weet je wel,
en ook nog eens vrije vogels! -
maar ze hebben wel een hekel aan poep
op hun eten dus nu moeten er
dieren en planten worden gezocht
die daar juist dol op zijn.
wat dacht je van vliegen
ja we moeten een vliegenkwekerij hebben
om ze te helpen, die arme arme koeien
en boeren en ganzen dat kan
ik ga gewoon wel maaien halen
bij die vissers die daar
altijd maar zitten te zitten
met hun lange stokken en dan
gewoon hoera en voorwaarts met de vliegen
aanwijzing 2
het is een doordeweekse dag
niet spierwit maar zeker ook
niet bloedheet
vol modder en waaierigheid
doe er wat aan wiese walla
zegt meneer de maleier
ik hou niet van wolkenpartijen
ik hou van warm en zondag
hola nee daar begin ik niet aan
ik brand mijn vingers niet
aan het weer
de maan is mijn getuige
aanwijzing 3
ze hebben altijd de pik
op die ene en als die ontsnapt
is aan hun toegetakel dan
pakken ze gewoon een ander of elkaar
omdat ze opgesloten zijn
dus weg met hokken en rennen
en stallen steek ze in de fik
zeg ik tegen de boer maar
die kijkt boos en roept
lèf het es dan stuur ik je
meteen de hei op want jij
jij slaapt toch ook binnen
en vergeet de vos niet
je moet iets anders bedenken
en daarom maak ik hier
vluchtheuveltjes en muilkorfjes
voor ongelukkige slachtoffers
en daders en hanen
geen kippenbrilletjes die zitten
veel te strak en bovendien
je kunt er nix door zien
aanwijzing 4
ik zou zo graag
weer eens een eekhoorn aaien
nu heb ik een val gemaakt
er zitten eikeltjes in
maar geen eekhoorn te zien
dan moet je ook eekhoornbrood
gaan sprokkelen in het woud
je weet toch dat ze niet
in polders leven zegt de dirigent
dus ik smeed het ijzer ik vraag
kan ik eens mee met je
jij woont toch in het bos
dat is tactiek want daar ver weg
daar aai ik de dirigent natuurlijk
zijn huid is niet zo zacht
maar ik hou hem gevangen
en lok zijn kussen naar mijn mond
dan eet hij uit mijn hand
aanwijzing 5
's nachts hebben ze het
hoogste woord
de kwakers in de sloot
dan vliegt de ooievaar rond
naar jonge ouders en kinderlozen
maar kussen moet je ze niet
daar komen alleen maar prinsen van
nou die hebben we genoeg
meneer de kikkerdekikvors
ik zal proberen of ik ook
dagwerk kan vinden voor je belager
als je me eerst belooft
niet tegen mijn lippen te springen