index
vorige:
aanwijzingen 6 tm 16
aanwijzingen 17 tm 23
aanwijzing 17
over het algemeen regent het pijpenstelen
zo komt de zon niet veel tekort
en als de wind de koekoek roept
staan alle polders blank
totdat de weerga aanrukt
aanwijzing 18
ontsnappen ze eindelijk
-beetje geholpen, dat wel-
laten ze zich doodrijden
oppeuzelen en vangen
ze leren het nooit
dus er komt natuurlijk
een bevrijdingsbegeleider
die neemt ze bij het pootje:
kom mee naar huis
veilige stal, overzichtelijk hok
ze herademen nog narillend
totdat de messen geslepen zijn
aanwijzing 20
mijn vader had een leuk
leven
kunnen hebben alstie
ons niet had gehad
maar hij had ons
en mijn moeder erbij
aanwijzing 21
mijn moeder had
onderwijzeres
kunnen zijn en andermans
kinderen kunnen opvoeden
maar dat ging niet door
want haar vader dronk
nu zaten wij met haar
aanwijzing 22
nooit met lege handen
naar de keuken
zeg ik tegen maleis
de mest aan zijn klompen
blijft voor de deur
en in de plassen
daar blinkt de regenboog
hij kan die wel zien
maar hij luistert alleen
naar zijn vriend de riek
en die zegt schone handen
die stinken naar onraad, naar zeep
aanwijzing 23
de vaatdoek was voor 1000
dingen
het was eerst mijn oma
haar onderbroek en daarna
noemde je hem dweil of doekje
we veegden mijn broertjes
eeuwige snotneus ermee af
deden de weecees ermee en
schoonden de keukenvloer
en de pannen want hij was
ijzersterk en nooit
werden we ziek nooit
neem daar een voorbeeld aan!