index:
vorige: de zwerfster

Tante ontmoet zwerfster

Tante loopt, zoals Tante betaamt,
recht op de zwerfster af en zegt:
"hallo, goedendag. ik ben Tante en u?"
-eh...dag Tante...ik ben geen tante, eh...eerder een nicht.
heeft eh...Tante ook een naam?-
"zeg maar Tante Guus. nou, en u?"
-noem mij dan maar Wijnie...eh nicht Wijnie.-
"hallo Wijnie, heb je wel een plekje om te slapen?"
vat Tante maar meteen de koe bij de hoorns.
-Ach...Tante...slapen.....nee nee
ik kan niet meer slapen, ik moet
waakzaam zijn tot het uiterst. ik ben
door diepe dalen gegaan en
heb uitgekeken vanaf hoge toppen,
ik heb dagen en nachten zien komen en gaan en
ik heb de achterzijde van de mens gezien
en nu kijk ik dwars door zijn voorgevel heen...ach Tante
hoe kan ik dan slapen?-
daar heeft Tante niet zo gauw van terug.
ze kijkt Wijnie eens doordringend aan
en hoe langer ze kijkt hoe warmer ze het krijgt.
wat schuilt er toch allemaal
onder dat lange rastahaar,
onder de vieze dreadlocks die geklit
langs dat getekende gezicht hangen,
waar doet die brutale neus aan denken,
en die weidse taal, die vage grootspraak?
Tante wordt bevangen door een golf van sympathie
en zo komt het dat ze voorstelt
dat Wijnie eens lekker bij haar komt badderen.

volgende: badafspraak