index ivyrose
vervolg index jolkapelle

de voorzitter versaagt even

de voorzitter is moe
hij heeft het allemaal
wel zo een beetje gezien.
steeds vaker denkt hij:
waar doe ik het allemaal voor?
gelukkig houdt hij
heel veel van een mooie auto
en liefst een nieuwe ook nog
dus hij antwoordt zichzelf:
ik hoef het voor niemand te doen.
waarom zou ik er niet van genieten
ik koop een nieuwe auto
mijn ogen zijn goedgekeurd
ik heb het geld
voor wie zou ik sparen?
hoe lang heb ik nou al met al nog te leven?
een autootje of vijf misschien nog
met een beetje geluk
als mijn ogen het houden.
nou dan, kom op voorzittertje
probeer ervan te genieten
kijk op de weg
zie de jaloerse blikken.
maar de voorzitter is moe
en hij kan eerlijk gezegd
helemaal nergens van genieten
en hij denkt zomaar:
ik had niet geboren moeten worden.
hij is onrustig en loopt in winkelcentra
en ziet er keurig uit
alsof hij ieder moment
weer een vergadering kan gaan leiden,
maar hij denkt aan:
wat is mijn leven nu nog,
wat stelt het voor
wat heb ik nou eigenlijk bereikt
was dat nou alles
en ook: het is teveel
ik weet niet waar ik beginnen moet,
hoe moet ik eindigen,
en wat doet alles ertoe?
kon ik maar eens flink huilen
en vindt nix er meer toe doen eigenlijk.
hij kan niet meer blij zijn
en thuis probeert hij te kalmeren,
thuis kijkt hij naar peinzende mannen
en naar olifanten die een dikke huid hebben
en de mannen kijken terug,
de mannen kijken de voorzitter aan
met halfgeloken ogen
en de voorzitter kijkt
en ziet ze spiegelen en nog eens spiegelen
en zichzelf spiegelen en bespiegelen
en hij hoeft niet weg te kijken
om vrolijker te lijken.
maar in deze stilte komt de beschouwing
en met de beschouwing komt het verdriet.
dan zoekt de voorzitter dingen
om te doen en te regelen en uit te vinden.
want wie zit er nou
te wachten op verdriet
om dingen en dieren die geweest zijn,
die niet meer te veranderen zijn,
om moeders die ziek waren
en vaders die niet bij machte bleken
het tij te keren, hem te helpen,
en er is nog veel meer
wat niet te veranderen is
of terug te halen.
de voorzitter gaat toch zoeken.
in het verleden want de toekomst,
ach, wat is de toekomst?
en hij loopt tegen muren,
hij probeert dingen die niet lukken,
en nog eens en nog eens
en het gaat niet op zijn computer
en zijn wil is niet genoeg,
zijn uithoudingsvermogen
kan niet alles oplossen.
hij krijgt te weinig beweging
zodat hij zijn conditie
beetje bij beetje verliest
en dan krijgt hij nog minder beweging.
en helemaal nergens van
kan hij nog een beetje blij worden.
tot hij zich herinneert
hoe in zijn hele leven
er de rode draad was van de sport
die hem op de been heeft geholpen,
die hem hielp zich staande te houden,
waardoor hij zijn levenslust herkreeg
in barre tijden.
de voorzitter weet het weer:
hij zit te lang stil
en al die boeda's
die lachen nooit echt
en zijn zo stijf als een plank
en denken aan een volgend leven.
maar de voorzitter leeft nu
en hij wil gezond zijn
en hij wil blij zijn en gezien worden
en dat de mensen zeggen:
wat een leuke, knappe kerel is dat
met een prachtige auto
en zo aardig en met zo lieve manieren ook nog.
daarom gaat de voorzitter een paar keer per week
ergens heen waar je gelukshormonen kunt krijgen.
als je daar vandaan komt voel je je gelukkiger
dan toen je er aankwam
nadat je je er naartoe had gesleept.
je moet er goed je best doen
maar de beloning komt meteen:
de voorzitter gaat naar....
de sportschool!