index
ivyrose
vervolg index jolkapelle
de voorzitter
hij heeft zijn zuster verlaten.
hij ging eraan onderdoor, aan heel zijn leven op de vlucht zijn
en altijd op de buitenwereld gericht qua uiterlijk
en eenzaam vanbinnen, zonder enige vertrouweling.
spoken uit het verleden drijven als wolken
voor zijn ogen, waar hij ook gaat.
flarden van oud leed zijn de figuren die hem belagen
in langsvarende luchtschepen.
hij kan zijn ogen niet meer sluiten
want ook achter zijn oogleden
spelen zich taferelen af die hem ten diepste beroeren
en die hij niet vermag te verjagen.
gelukkig ontfermt iedere nacht de slaap
zich vol mededogen over hem.
iedere ochtend ontwaakt hij verkwikt genoeg
om de strijd met de schouwspelen weer aan te gaan
maar hij verzwakt zienderogen.
ivyrose merkte al enige tijd geleden
dat ze niet in het minst van hem op aan kon.
nu wordt hij zelf tot zijn wanhoop geconfronteerd
met dat zijn ja-en-nee dat is van een kind
in de koppigheidsfase: kan net zo makkelijk
en betekenisloos de woorden verwisselen
zonder het te merken in eerste instantie.
hij kan zichzelf niet meer vertrouwen.
hij vertrouwt anderen ook niet meer.
er is niemand die hij toelaat.
hij zal en moet er zelf uitkomen.
------------------
hij heeft een mooie en veilige flat gehuurd
aan de rand van de randstad
waar industrieterrein en snelweg het einde
van de bewoonde wereld markeren,
een laatste woonoord, veroverd op de polder.
daar zit hij anoniem en ongestoord
en is hij aan het "opnieuw beginnen".
hij is aan het loslaten geslagen.
hij zegt "ik heb zo een grote rugzak
en daarvan moet ik me ontdoen."
hij kan niet bevroeden dat het geen losse rugzak is
maar dat de zware last van het verleden
die op zijn schouders drukt,
met hem vergroeid is en niet af te werpen
zonder zijn hele wezen te beschadigen.
hij heeft zijn foto's achtergelaten.
geen afbeelding van zijn ouders siert de schouw,
noch een van zijn kinderen.
wel zie je zijn papegaaien,
ook boedha's en olifanten bij de vleet.
hij is zichzelf aan zijn haren
aan het optrekken uit het moeras.
hij ligt doodstil en trekt en trekt
maar hij komt er niet uit. hij praat
honderduit met de toeschouwers maar
hij weigert een toegeworpen touw te grijpen.
hij was in staat anderen te helpen
maar nu staat hij voor zijn aller-moeilijkste taak:
hoe redt hij zichzelf?
hij gaat voortvarend te werk: hij offert,
hij laat los, hij zoekt, hij zwijgt, hij organiseert,
hij ruimt, hij koopt, hij overweegt,
hij is op tijd, hij komt zijn verplichtingen na,
hij draait zijn lessen, adviseert en motiveert
maar vanbinnen is hij leeg, helemaal kaal.
hij probeert iets te voelen maar dat lukt niet:
hij voelt helemaal niets. niets voor wie dan ook,
zelfs zijn fameuze eigenliefde staat onder druk.
hij probeert krampachtig wat dan ook te voelen,
kijkt naar anderen en voelt zich overal buiten staan.
volgende: de voorzitter zoekt harmonie