index
index ivyrose
vorige: Wiese Walla verder besproken

de poeet

hij heeft een klein huis aan de rand van de rivier
en een strak schema, waar hij zich geregeld aan houdt.
dat heeft ook wel met het weer te maken.
hij is een liefhebber van ieder weertype behalve hitte.
zijn broer heeft hem een tekst van yang lian cadeau gedaan,
toen ze nog met elkaar omgingen:

die siert zijn gevel, zoals je ziet.
op dit plaatje is hij zijn huis aan het inrichten
na de hele dag verhuisd te hebben.
anders zie je niet zoveel mensen bij hem over de vloer.
toch is dit ook weer een heel karakteristiek tafreel:
hij voelt zich vaak overvallen
door de "op niets gebaseerde bewondering" -zijn woorden-
die hij afdwingt bij ieder die hij ontmoet.
hij houdt wel van mensen, maar niet te dichtbij.
omdat hij veel alleen is en het gewenst acht
voeling met de maatschappij te houden,
en dat niet uitsluitend via internet,
is hij lid geworden van diverse verenigingen,
waar hij levende mensen ontmoet en prikkels opdoet.
zo kent hij wanny, tolma en ivyrose. wiese walla is zijn peettante.
hij vreest haar dood niet alleen vanwege het gemis
maar vooral vanwege de erfenis.
waar moet hij al die prullaria laten?
weggooien is geen optie, de weggeefwinkel zou kunnen
maar het lijkt hem dat er daar niet voldoende respect wordt betoond
aan de onderlinge samenhang der dingen
en hun waarde juist als verzameling. alleen als verzameling eigenlijk.
Ach hij droomt ervan een museum te mogen maken van haar onderkomen.
dat zou toch wel een geste zijn van Jolkapelle aan de Sloot
als dank voor alle inspanningen die zij zich altijd getroost heeft
voor haar geliefde woonplaats.
wat zou het mooi zijn als hij haar op haar begrafenis zou kunnen melden
dat ze als inwoonster van Jolkapelle aan de Gracht is ingeslapen...
en wat zal er van het oranjecomité terechtkomen zonder haar,
om maar eens wat te noemen!
maar ach, wat zit hij daar nou te piekeren:
ze is jong en vitaal. ze wil wel eens graag bij hem aanlopen
maar doet dat niet meer om hem niet te ergeren.
als hij ergens ongastvrijer van wordt dan hij al is,
dan is het wel van onverwachte bezoekers,
zeker als het zijn petemoei betreft
die hij niet kan weigeren binnen te laten.
hij zorgt voor twee katten van 9 jaar,
die op een vogelvrij dieet staan. "kijken en niet aankomen, jongelui!"
hij vermoedt dat ze zich daaraan houden.


ze heten kommer en kwelder om de boze geesten te verjagen,
want daar gelooft hij in. net zoals in een gedisciplineerd leven
en niet verder gaan dan de reikwijdte van je fietsterritorium.
ongeveer eens per maand krijgt hij iemand te eten
en daar kookt hij dan voor. dat wil zeggen:
hij kookt dan ook voor zichzelf in een moeite door voor de rest van de maand.
hij heeft dan een "boodschappen- tevens kookdag".
de avond tevoren haalt hij zijn receptenboeken,
-papiertjes, -uittreksels, -kopieen en mappen te voorschijn
en droomt daar een paar uur in weg.
als de avond om is heeft hij een lijst met aan te schaffen waar,
een lijst met eventueel te bereiden recepten
en een kommaaropenpakaanstemming.
hij drinkt een belgisch biertje en gaat tevreden slapen.
over het vervolg een andere keer.
zijn kokerij is een apart hoofdstuk waard.
zijn tante is droomexpert. die zou wel weg weten met zijn nachtelijke onrust.
maar een profeet, zij dus, wordt niet in eigen land geeerd.
zo hoort dat. zo hoort dat ja
.... de poeet houdt van het interpreteren van vaste uitdrukkingen
die mensen gebruiken en van het eraan vastknopen van interpretaties.
daarmee houdt hij zich zijn ergernis over "het taalgebruik
dat sommigen eropna menen te moeten houden" van het lijf.
hij turft en fantaseert en dat is voldoende.
hij is een expert in manieren om te zorgen
dat hij niet gehinderd of gestoord wordt.
volgens ivyrose is hij daar meer tijd aan kwijt
dan hij zou zijn als hij zich wat soepeler openstelde voor wat zich zoal voordoet.
neem nu zijn bel: hij heeft er een aan zijn poort,
een lieflijk klinkende, en een aan zijn huis, een onaangename zoem.
als je hem bezoekt kom je op afspraak.
dan loopt hij je hartelijk tegemoet en opent de poort voor je.
een enkele brutale krant-, telefoon-, godstdienst- of roerende goederenaanbieder
weet weleens voorbij de poort te glippen.
die ziet dan de bel van het huis
afgeplakt -de poeet is niet handig, wel inventief- met in hanenpoten het verzoek:
"bellen aan de poort!".
Bel je echter onverwacht aan de poort dan kun je
-als je al antwoord krijgt- een nors "wat nou weer?" te horen krijgen.
"gastvrijheid is geen deugd, het is verveling." snauwt de poeet
als je hem erop aanspreekt.
"en wie aan zijn inval om iemand plots te gaan lastigvallen toe wil geven,
die gaat maar naar mijn tante!"
jaja, poeten zijn niet altijd even dichterlijk.
vandaar dat deze speciale door wiese walla ook wel eens liefdevol "proleet" wordt genoemd.
tot zover voor vandaag.

volgende: reportage over natuuronderzoek door de LAL