Twa- en Kwatrijntjes
en er zitten ook
wel een paar quintrijntjes, of erger, tussen:
de zuidvruchten waren
loeiende storm:
de overgang:
zinvol geweld
Zij tolt en vliegt
heet en kil
daarna gehakseld
en roept "Joechei"
en warm en koud
en heerlijk op
en hij bromt:
als het over is
de toost geprakseld
"blijft mijn dak bij mij?" ben je oud
het aanbreken van
verwelk het buitenhuis
duistere tijden
verzaak de tram
kan men
het beste
laat nooit nee nooit
maar
vermijden
je lieve lasten wachten
rijp en blauw
sla je niet
gespeend van paal en perk
en rond van vorm
voor je kop of kont
waagt ze zich -doodsangst-
is dat wellicht
voor wat je hebt misdreven
op gebaande wegen
de Zuiderstorm?
als je goed uitkijkt onderweg
heb je nog tijd van leven
zodra geween en knarsetand
verstook het biergenot
verschijnen in 't portiek
laat nimmer dijen kletsen
grijp ze dan beet: mol ze terstond
er spreekt onnoemelijk veel leed
vakkundig met je riek!
uit juttenpeer en kwetsen
vermogen en een goede baan
laat ons hier dan
daarmee verjaag je vliegen
drie tenten bouwen.
maar wie oh wie, wie houdt je vast
de jouwe
als je straks weer gaat liegen?
een eind verderop
gevoel en verstand
ze telt de bloemen
zijn hevig verwant
in het veld:
daarom ga ik maar liever
het fluitenkruid, de gentiaan
een dagje naar het strand
maar wie, oh wie
ziet háár eens staan?
carnaval:
de teugels vieren
ik zal je dwingen
feest in het land
mijn lied te zingen
maar ik heb last van mijn nieren
van lof en bonen en toffees
en mijn verhouding is gestrand
en klaar is Kees!
ook al zijn je ogen
zelden vol
mededogen
en ook al
niet blauw
van eenheid kan geen sprake zijn;
je kunt erop
bogen
terwijl jij vliegen vangt
dat ik soms
van je hou
bezoek ik kraaiennesten
overal heb ik je gezocht
achter lichte wolken
in een donker krocht
bij vreemde volken
en in de lucht
waar was je nu toch heen gevlucht?
en terstond
toen ik je vond
gaf ik je het volle pond.
verwant aan apen
je was er niet
en aan nimfen
je kwam, je gaf, je deed
beweeg ik mij
maar je was er niet
het leven door
nu je wegbent
verwijder je
blijf ik meer alleen
mijn scherpe tanden
dan voor je komst
dan ben ik niet meer
zoals ik hoor
"'s Winters een paar dagen vorst
voor alle gezindten"