PRIORIN CLARA
Ze zag al lang dat Waltera geen beste was destijds.
Maar ook priorinnen moeten roeien met de riemen die ze hebben
en dank zij
Hermana heeft ze Waltera
nog enigermate in de hand kunnen houden.
Enerzijds zou ze hun nagedachtenis moeten eren,
anderzijds is ze met haar echte
lievelingen bezig.
Dat zijn alle dieren die er maar bestaan: van antilope tot
microbe,
ze zou ze allemaal wel willen aaien en vertroetelen.
Zoals broeder
Antonius altijd maar naar kinderen verlangt en
zelfs is betrapt op het trachten
over te halen van de Salies
om een parenclub ter bevordering van kinderen te
stichten,
zo is Clara vanouds ontroerd door ieder
geen mensentaal sprekend wezen
dat ze ontmoet.
Niet alleen heeft ze altijd een glaasje bij zich en een stokje
om diertjes die in het nauw dreigen te komen te redden,
ook houdt ze toespraken
voor de in het Land van Kraal aanwezige dieren.
Ze heeft vele, zeer liefdevolle ideeën
waarbij afzien van bezit een grote rol
speelt,
maar ze krijgt er geen mens, zelfs bijna geen goeroe warm voor.
Zoals
haar grote voorganger richt ze zich dus
tot al wat gevleugeld, gehoefd, gevind,
gepoot en zelfs ongepoot is.
Die hebben er geen bezwaar tegen als ze hartstochtelijk roept
"Zie de dieren des
velds: ze zaaien niet,
ze maaien niet en ze hebben geen verdriet."
Dat is
natuurlijk niet waar maar het wordt haar vergeven
omdat ze inderdaad alles doet
om verdriet in het dierenrijk te voorkomen.
Dat mensen haar denkbeelden en levenswijze niet interessant vinden
deert haar
niet en dat de dieren haar niet verstaan maar toch komen
vanwege haar warme
uitstraling, dat weet ze en dat is haar goed.
Vaak staat ze aan de Lapidaire Invallenvijver te vertellen
over haar geliefde
Franciscus
die haar wees op het onderscheidingsvermogen
van dieren en hun
natuurlijke hang naar al wat echt is.
Vaak zingt ze met de toehorende vogels een
lied
naar de in de vijver spiegelende zon
en bij regen danst ze en dompelt zich
even onder
om Qually en Wekerd te aaien.
Dit alles tot grote ergernis van
Harry de Hardrijder,
die dieren gebruiksmateriaal voor De Kroon der Schepping
vindt,
en die Kroon zegt hij zelf te zijn.
"en zo herkende ik zowel de mislukte kunstenaar
als de waanzinnige die denkt dat hij god is"