index
naar goeroeweb

De Schijnwerper is deze keer gericht op:

DE ONGELIJKE MONNIKEN

Vader en Moeder en nog twee kleintjes, dat is een gezinnetje
en dat is het wat De Ongelijke Monniken zijn: een gezinnetje:
dat is wat De Ongelijke Monniken niet willen zijn: een gezinnetje.
Toen vader en moeder Monnik elkaar ontmoetten, herkenden ze elkaar
omdat ze beide voornamelijk in de ontkennende vorm spraken.
Hun gesprekken gingen over alles wat ze niet wilden,
niet waardeerden, over hoe ze niet wilden zijn geweest of worden,
hoe vreselijk het was om wel te zijn of worden zoals anderen.

Ze gingen daar jarenlang geheel in op en toen de nood aan de man kwam
ging hij heel onconventioneel werken in een branche waar hij niets voor voelde
en zij bleef thuis want alle vrouwen werkten
toen en daar wenste zij niet aan mee te doen.
Ze trouwden, dat wil zeggen: ze gingen niet niet trouwen
en na een poosje verwachtten ze een kind.
Dat viel niet te ontkennen.
Wel riepen ze dat ze zich er niet op verheugden
want je wist nooit wat voor een mormel het kon worden
en ze dachten dat ze er dan niet van zouden kunnen houden.
Ze hielden ook al van elkaar.
Het was allemaal maar afwachten wat ervan kwam.
Als het niet beviel dan konden ze het misschien wegdoen
als zij geen moedergevoel zou blijken te hebben.
Hij had dat wel degelijk niet.
Het kind kwam en hij hield zijn adem in
terwijl zij vertelde dat ze het een vraatzuchtig monstertje vond,
want hij was niet tegen
en als iemand het een leuk kindje noemde
dan vond zij het gehuichel en hij dacht dat dat waar was.
Toen het kind na een poosje begon te lachen
probeerde ze eerst terug te grommen
maar plots merkte ze dat er geen houwen was
aan de stroom van tederheid die haar beving tegen wil en dank.
Vanaf dat moment kon niemand in de hele wereld
met kinderen omgaan en ze opvoeden,
ervoor zorgen, beter dan zij.
Hij was geen vader maar een kameraad
zodat de kinderen geen beroep hoefden te doen
op de niet-deugende buitenwereld
voor hun noodzakelijke contacten.
Ze hadden auto's altijd kapitalistische vervuilers genoemd
maar weldra zaten hun twee lievelingen degelijk vastgesnoerd achterin
en reden ze ermee door stad en land, heel anders dan,
dus helemaal niet zoals al die ouders
die met hun kinderen gingen eendjes voeren, dierentuinen onveilig maken,
grootouders bezoeken, pretparken frequenteren.
Ze waren het er over eens dat hun kinderen
beslist niet leken op andere kinderen
en dat dat kwam omdat hun ouders ook niet leken op andere ouders.
En dan moesten de kinderen naar school en daar vonden ze het heerlijk.
Heel anders dan andere kinderen die schoolgaan verfoeien.
Ze namen de stof met groot gemak op,
assimileerden verrukt met de grootste schoffies
en namen hun taal, hun gewoonten, hun muziek, ja hun groepsgeest over.
Hun wereldje werd aan deze feiten aangepast,
dus heel anders dan andere wereldjes,
waar ook ter wereld. Je kon zien hoe goed ze hun kroost getraind hadden.
Wat zij niet vonden kunnen dat kon ook niet
en wat zij goed vonden was voor anderen niet weggelegd.
Ze woonden in een kleine gemeenschap die zij voor een Gouden Plek op Aarde hielden
en ze geloofden dat er rondom slechts moerassigheid en zwaveldampen heersten.
Binnen de gemeenschap zelf
hadden Vader en Moeder Ongelijke Monnik veel kennissen
die uiteraard heel anders over het leven dachten dan zij.
Die werden dus niet bezocht of uitgenodigd.
Die hadden toch al een tijdje de indruk dat ze in hun dorp
een stel genieën van de allerbovenste plank herbergden,
want al wat zij argeloos als goed en waar bestempelden, bleek,
aldus De Ongelijke Monniken, in het geheel niet zuiver en verre van in orde.
De dorpelingen begrepen hieruit dat ze nogal een achterlijk volkje waren
en meden de Monniken, die dit voor eerbied aanzagen
en zich koesterden in eigen gelijk en -aardigheden.
De dorpelingen en ook zijzelf verloren soms uit het oog
wat er nu eigenlijk zo bijzonder aan ze was:
ze hadden net als de andere dorpelingen een gezinnetje,
vader verdiende behoorlijk, de kinderen deden het goed,
moeder hield de boel draaiende en ze aten om 18 uur.
Niemand die bij voorbeeld van Mars kwam
zou kunnen zien hoe Anders ze waren.
Binnenkort gingen de kinderen in Goede Harmonie de deur uit.
Moeder ving een snelstudie nagels vijlen aan om een eigen praktijkje te openen,
want met een derde kind lukte het niet zo,
en vader zijn even op de tocht gezette baan was gered.
Kreeg moeder opmerkelijke overgangsproblemen,
werd vader wild tijdens een heel aparte midlifecrise,
trouwden de kinderen met terroristen of homoseksuelen? Niets van dat alles.
Terwijl hun haren grijsden begonnen ze zich weer ernstig de hoofden te breken
over hoe ze zich toch het best, en nu definitief,
zouden kunnen onderscheiden van de medeburgers.
Ze kwamen na jaren van aarzeling en ontkenning
tot de slotsom dat ze alles op alles moesten zetten
en meldden zich als discipelen bij Tomboy,
waarbij ze als voorwaarde stelden
dat ze onverwijld tot de goeroekraal zouden worden toegelaten
op grond van hun late roeping en natuurlijke wijsheid.
Tomboy, die al menige Bijzonder Begiftigde had verwerkt,
verwees ze naar Het Helpershuis, alwaar ze een eigen hutje
in de tuin van Vita Nova huurden.
Daar mediteren ze, Vader en Moeder Ongelijke Monnik,
want de kinderen hebben zulke aparte partners gekozen
dat ze niet mee konden.
En ze vertellen elkaar dat ze hun huis heel anders schoonhouden
dan de andere huurders.
Soms wonen ze een lezing bij van Pyra en ook beloven ze te komen opdagen
als er herdenkingsdagen zijn of lid te worden
van de Club ter Bevordering van Geaffecteerd Taalgebruik.
Ze hebben er echter moeite mee om hun huistaal af te leren,
dus ze durven zich nog niet te melden.
Daarom zijn ze slechts lid van clubs die ergens tegen zijn.
Intussen zinnen ze op Iets Groots om te verrichten
waardoor iedereen plots een licht opgaat over hun Belangrijke Ongelijkheid.
Je ziet ze ook geregeld aan de Lapidaire Invallenvijver staan.
En peinzen, peinzen en hun spiegelbeelden bekijken, want er valt ze nooit iets in.
Zo eindigen ze als de schaduwen voor Qually zijn zon.
Tot nu toe.....

index
naar goeroeweb

"Niemand leidt ons
behalve de persoon
die wij menen te leiden."