index
vorige: iwangedichten 22 tm 30

herdenking

drie en een half jaar
uiterst zorgvuldig legt ze een schoon laken
-een blauw ditmaal-
op het bed en daarop
een grote, zachte badhanddoek.
ze schikt de kussens -schone slopen,
aan zijn kant de mooiste-
twee op elkaar, twee naast elkaar.
ze knipt de lichten aan, één voor één:
het roze lampje, de kerstsnoeren,
de zoutlampen, het spotje
dat op het plafond gericht is.
ze ontsteekt de kaarsen, de olielampen,
de lichtjes achter gekleurd glas,
en zet de muziek aan,
zachtjes, nooit overheersend
klinken de vertrouwde natuurgeluiden.
dan kleedt ze zich in haar mooiste ondergoed,
ze omwikkelt zich met sarongs
en dunne, lange, zijdeachtige doeken.
ze neemt ten slotte het pakje.
en legt dat midden in het bed.
dan kijkt ze en ziet dat alles in orde is.
ze maakt zich op en besprenkelt zich
met de laatste druppels
van zijn lievelingsgeur.
nu is het moment daar:
ze neemt een aanloopje en
springt precies midden op de witte doos.
ze springt nogmaals en nogmaals
voor iedere maand een keer.
als ze hijgend neervalt daarna
is er een vuile handdoek
onder een geplette morsige kartonmassa
waardoorheen resten wittig vet
en een bruine smurrie geperst zijn.
na het opruimen
eet ze met doorgelopen make-up
en in oude kleren gehuld
op haar gemak een vruchtengebakje.

iwangedichten 2008