inleiding Heinde en Ver door Sar Coest
Hier volgt de inleiding van Sar Coest,
over neiging tot reizen en trekken
Elk levend wezen komt alleen en gaat alleen.
Ik wil hier de woorden van de
dichter laten spreken:
ik kan jouw gevoel niet voelen
ik kan jouw mond niet zijn
alleen kunnen soms mijn tranen
over jouw wangen lopen
Omdat iedere boreling op zijn levenspad
in eerste instantie
hulp ontvangt
van degenen wier product hij is,
wordt hij in zijn jonge jaren
omgeven door nogal wat volk.
Hieraan ontleent hij de indruk dat een wezen niet
alleen behoort te zijn.
De mens wordt ondergebracht in allerlei groepen
totdat hij door hormonen
gedreven zich een partner zoekt,
met wie hij zich enigermate afzondert,
een
product vormt en dat met zorg omringt
opdat het zich niet in eenzaamheid en
ongestoord ontwikkele.
De groep houdt zich in leven met het voedsel dat haar
omringt.
Als dat niet genoeg is wordt er niet verder getrokken,
zoals in vroeger
tijden,
maar er wordt bewust voedsel verbouwd rondom de woonsteden.
Voor de
rest, zou je zeggen dat het leven dus een fluitje van een cent is.
Maar de Creator heeft alles uit zijn grote hemelkast getrokken
om te voorkomen
dat zijn schepselen van verveling omkomen.
Verveling is het eerste sleutelwoord dat ik u voorleg.
Het tegendeel van verveling is niet: zin in avontuur.
Nee: zin in avontuur is
een logisch voortvloeisel van verveling.
Ik ben uiteraard benieuwd naar wat ieder van de aanwezigen
onder "Verveling"
verstaat.
Omdat iedereen de kunst van het erop los wauwelen wel verstaat,
maar
godzijdank niet altijd tot uitdrukking wenst te brengen,
stel ik voor dat we na
de pauze twee sprekers het woord geven,
waarna we hun argumenten uitvoerig onder
de loep kunnen nemen.
Het je eigen maken van de kunst van het filosoferen
vergt veel tijd en aandacht.
Daar besteden we derhalve de eerste 20 zittingen aan.
We komen zo vanzelf toe
aan de voor de Troela's zo brandende kwestie:
weg of
niet weg.
Geduld Trien, geduld Trien. We hebben de eeuwigheid als metgezel.
Ik heb jullie beiden dit sleutelwoord gegeven
en jullie zijn dus degenen
die na
de pauze je argumenten naar voren kunnen brengen.
wij beluisteren die met
grote gretigheid.
Je krijgt beiden een spreektijd van 15 minuten.