Son en Von
Ze poseren graag samen als "de gekke grietjes" en
ze schilderen allebei. Son serieus.
Von haar tekeningen worden door argeloze
bezoekers meestal voor kindertekeningen aangezien.
Ze gaan ook vaak mee met de
natuurgoeroes maar Von loopt eigenlijk het liefst alleen.
Ze heeft nergens zo
een hekel aan als aan gezien kunnen worden.
Haar hol is dan ook volledig
raamloos, hoezeer ze ook van de vrije natuur geniet.
Daarom zie je haar
dagelijks op vaste uren in het moeras wandelen tot diep in de wouden.
Op de
terugweg gaat ze dan bij de Man van Mars langs.
Son heeft gewoon geen tijd voor het grootse en Meeslepende
Leven waar Von het altijd over heeft.
En Von kan het niet in haar eentje.
Voor
Groots en Meeslepend Leven moet je minstens met zijn tweeën zijn.
Zij is dus
voortdurend op zoek naar bevlogen figuren om in haar slipstream mee te voeren.
Ze legt dagelijks briefjes neer op het Herdenkingsveld bij een vijver, waar de
ondergang van
de Man van Mars te herdenken valt. Bij die gelegenheid draagt ze
ook een van zijn poëmen voor. Vaak hetzelfde, dat luidt:
Breek op
en verdwijn in de nacht;
zie niet om naar het huis van uw hart.
laat uw leven liever vergaan
en verbloeden in eenzaamheid
dan nog langer de wegen te gaan
waarvan iedere steen u weer zegt
wat gij hebt misdacht en misdaan.
ga heen en weiger te staan
voor den bloedraad van een gericht
waarin gij uw jeugd hebt verteerd,
uw gloed en uw heerlijkheid.
want te goed is het hart
en te slecht
om te krimpen onder die pijn
en te slijten in zelfverwijt;
en het lijf om te worden verdeeld
door de honden wroeging en spijt
die knagend het vlees en het been
vermalen om slapen te gaan
als gij al uw kracht hebt verdaan
en uw laatste woord hebt gezegd
in het schuren van recht tegen recht.
want voor gij het voelt of beseft
is het vuur in uw ogen gedoofd
en het blinkende zwaard van uw woord
als een kaars bij de kaarsen gezet
om te sterven zoals het behoort.
Die briefjes worden zorgvuldig verzameld door een andere bezoeker van het
Herdenkingsveld,
iemand die zich, geheel ten onrechte, een navolger
van Boud de Fantast noemt
om zijn ware aard te verbergen bij sommige
gelegenheden.
Hij verzamelt alles wat geschreven is en legt, voorzien van
fluwelen handschoenen,
albums aan van die briefjes.
Het zal iedereen
verbazen dat die "iemand" Padje Pee is.
Als hij enkele albums vol heeft, overhandigt hij ze aan De Poeet,
die ze
liefdevol leest, maar niet vanwege die vervloekte dooie dichter,
en dan aan Pyra geeft voor in de archieven.
Von probeert Calea over te halen om een groot herdenkingsbeeld voor de Man van
Mars te maken.
Calea heeft er wel oren naar en zoekt sponsors.
Son is een bewonderaarster van Goe Padson.
Ze bespiedt hem wel eens als hij met Lep en Boek zit te filosoferen en hoopt
dat hij haar ooit als discipel wil
aanvaarden,
want ze zou ook heel graag zo traag zijn.
Haar muren zouden vol
foto's van hem hangen, want ze probeert ook te fotograferen,
als ze muren
had maar als prediscipel heeft ze niet het recht afbeeldingen van goeroes
misbruiken.
Zo heeft ze slechts haar hoop en haar dromen. Dat is meer dan
menigeen bezit.
Ze tekent in het zand en is betrapt op gekerf in een boom.
Ze houdt erg veel van
bomen, beweert ze.
Er zou sprake zijn van een bijzondere band tussen haar en
sommige zeer oude eiken.
De boom zou toestemming verleend hebben. Die stomme
kastanje wist niet wat het was, dat ze er in kerfde.
Ze is betrapt, uitgerekend
door Goe Padson die een foto maakte van haar tekening
haar er niet op kon krijgen.
Voorlopig komt ze door
deze actie niet hogerop.
Er gaan, in tegendeel, stemmen op om iemand die zo
omgaat met zijn geliefden, te verwijderen.
Maar de groep wil haar niet missen
omdat ze een groot komisch talent is.
Voorlopig wordt ze gedoogd en Von probeert
haar op te vrolijken
met het voordragen van poëmen, waar ze helemaal niets voor
voelt.
"het is niet de wereld, die hun voetstap gedoogt:
zij houden onder hun voet de wereld in bedwang."